De atmosfeer voorstellen als de Eiffeltoren
Je kunt je de dunne laag gassen op aarde voorstellen als een Eiffeltoren, heel groot en zwaar aan de onderkant, maar heel snel afslankend tot de dunne, lichte top van de toren.
Op dezelfde manier neemt de dichtheid van de atmosfeer exponentieel af naarmate je hoger komt, wat betekent dat het aantal moleculen van gassen dat je in één kubieke meter aantreft met een miljoen afneemt naarmate je van het aardoppervlak naar 100 km hoogte gaat.
Als gevolg daarvan gedragen de verschillende atmosferische lagen zich heel verschillend.
Complexe chemie in de troposfeer
De troposfeer aan de onderkant (onder 15 km hoogte) is vrij ondoorzichtig voor infrarood licht omdat er veel moleculen opeengepakt zitten. Er is ook veel menging, interactie en complexe chemie.
Eenvoudigere chemie in de middenatmosfeer
In de middenatmosfeer (stratosfeer en mesosfeer, tussen 15 en 100 km hoogte) wordt de chemie eenvoudiger, omdat de complexe organische moleculen in kleinere stukken worden opgebroken voordat ze die hoogte bereiken.
De moleculen zijn veel meer verspreid, ze botsen en interageren veel minder. Als gevolg daarvan is er geen thermisch evenwicht in de mesosfeer: verschillende gassen kunnen verschillende temperaturen hebben, omdat de moleculen veel meer geïsoleerd zijn (je zou kunnen zeggen dat ze aan “social distancing” doen) en niet efficiënt warmte kunnen uitwisselen.