Hoewel de emissies van belangrijke luchtverontreinigende stoffen, die door menselijke activiteiten (verkeer, industrie, enz.) worden veroorzaakt, sterk gedaald waren ten gevolge van de COVID-19 lockdowns, is vastgesteld dat de atmosferische niveaus van secundaire verontreinigende stoffen, zoals ozon, op verschillende plaatsen in de wereld gestegen waren. Onderzoekers van het BIRA hebben bijgedragen tot de eerste globale modelleringstudie die de oorzaken van deze schijnbare paradox moet ophelderen en kwantificeren.
Uit de resultaten, die zijn gepubliceerd in Journal of Geophysical Research, blijkt dat de relatieve daling van de niveaus van stikstofoxiden (NOx) en vluchtige organische stoffen (VOS) een belangrijke rol speelt: op plaatsen met gewoonlijk extreem hoge NOx- en VOC-niveaus, zoals Noord-China, nam de ozonverontreiniging tijdens de lockdown aanzienlijk toe. Dit komt doordat NOx niet alleen bijdraagt tot de vorming van ozon, maar bij zeer hoge niveaus ook ozon te vernietigt. Als de NOx-niveaus voldoende dalen om het vernietigingsproces te stoppen, maar niet genoeg om het vormingsproces te stoppen, krijg je meer, in plaats van minder, ozonvervuiling.
Een andere oorzaak voor de toegenomen ozon op sommige plaatsen is het weer: in Noord-Europese steden leidde het ongewoon zonnige weer tijdens de lockdown-periode van maart-april 2020 tot een hogere ozonvervuiling, omdat NOx en VOC gemakkelijker reageren als er meer zonlicht en warmte is.
"Deze studie biedt inzicht in welke stappen genomen zouden kunnen worden om de uitstoot te verminderen en de luchtkwaliteit te verbeteren," zegt Guy Brasseur, voormalig BIRA-wetenschapper en co-auteur van de studie. "We hebben geleerd dat een one-size-fits-all aanpak misschien niet effectief is. De maatregelen die eventueel moeten worden genomen, variëren met het seizoen en met de locatie."
De atmosfeer is een complexe chemische soep en het begrijpen ervan stelt ons voor grote uitdagingen. "Atmosferische modellen zijn krachtig voor het aanpakken van de complexe interacties die bepalend zijn voor de kwaliteit van de lucht die we inademen, en zo belangrijk voor het interpreteren van wat we waarnemen", voegt Jenny Stavrakou, co-auteur van de studie, eraan toe.
Studie
Auteurs: Benjamin Gaubert, Idir Bouarar, Thierno Doumbia, Yiming Liu, Trissevgeni Stavrakou, Adrien Deroubaix, Sabine Darras, Nellie Elguindi, Claire Granier, Forrest Lacey, Jean-François Müller, Xiaoqin Shi, Simone Tilmes, Tao Wang, and Guy P. Brasseur
Tijdschrift: Journal of Geophysical Research: Atmospheres